De belangrijkste politieke conclusies waren:
- verantwoordelijke bewindslieden vertoonden een tunnelvisie;
- politiek draagvlak werd belangrijker geacht dan draagvlak in het onderwijs. Regeerakkoorden forceerden een doorbraak, maar versterkten het gesloten beleidsproces. Overeenstemming met het onderwijsveld werd bereikt met de beroepsvertegenwoordigers van belangenorganisaties. Zij leken daarbij dichter bij de politiek te staan, dan bij hun eigen achterban;
- er is door de onderwijspolder onvoldoende geluisterd naar docenten, ouders en leerlingen.